Dat er dingen veranderen op het moment dat je emigreert, is natuurlijk te verwachten. Tenminste, sommige dingen verwacht je, andere dingen niet bepaald. Zo is mijn bloedgroep blijkbaar veranderd in de 3 maanden dat ik hier ben. Vreemd, hoor ik je denken. Nou, dacht ik dus ook!
Voor mijn werkvisum hier heb ik een traject doorlopen, waarbij mijn advocaat me heeft ondersteund (there’s a first for everything!). Een van de onderdelen was een medische keuring, waarvoor ik bloed af moest geven. Dat was op zich allemaal nog niet zo vreemd. Vreemd begon daarna pas. Toen moest ik namelijk langs een ander kamertje, waar een (prehistorisch uitziend) apparaat stond om een foto van mijn longen te maken. Er werd me op het hart gedrukt niet meer uit te doen dan mijn bovenkleding (queee?!) en dat ik op mijn strepen moest gaan staan als ze me zouden vertellen dat er tijdelijk geen patiëntenschorten meer waren en ik dus halfnaakt naar buiten moest komen voor de foto (doble queeee?!). Ja, de medische keuring was een hele ervaring op zich, ook omdat het ziekenhuis eruit zag alsof het decor van ‘Pearl Harbor’ ervoor was overgekocht. Mijn advocaat vertelde me ook dat ze eerder Spanjaarden had vertegenwoordigd die hadden geweigerd de testen te laten doen in deze jaren ’40 setting.
Toen we een paar weken later een riante 2,5 uur moesten wachten bij migratie voor weer een of ander stempeltje, liet ze me de uitkomst zien van mijn medische keuring. Paciente sana (gezonde patient), dat klonk me vrij positief in de oren. Maar toen las ik naast bloedgroep: B positivo. Mmm, bijzonder wel. Ik geef al een aantal jaar bloed in Nederland, en zij hebben me altijd verteld dat mijn bloedgroep A positief is. (….!!) Bolivia doet blijkbaar meer met me dan ik dacht..
Een werkvisum is niet het enige wat meer pijn en moeite kost in Bolivia dan in Nederland (of misschien is dit gelogen, ik heb nog nooit een werkvisum aan moeten vragen in Nederland.) Anyhow! Bankieren is in Bolivia zeker niet zo ver gevorderd als in Europa. Internetbankieren bestaat hier niet en over internet kun je maar weinig dingen kopen (geen Ebay, geen online shoppen, geen Appie bezorgservice). Voor elke transactie die je wilt doen, moet je naar de bank of een instantie die de transactie voor je kan regelen. EL.KE. TRANS.AC.TIE. Dus ook voor het betalen van je huur, je elektriciteit, gas, etc. Om het nog even extra makkelijk te maken, moet je voor het betalen van elke rekening, naar een ander gebouw. En het is zo gereguleerd dat het voor een bepaalde dag in de maand moet. Wat betekent dat het ongekend druk is in een week van de maand (de week voor de deadline) en er geen klap te doen is voor de verdere 3 maanden. Je kunt je voorstellen hoeveel plezier ik ga hebben met het betalen van het bedrijf dat de inklaring van mijn pakketje regelt. Omdat het bankwezen zo achterloopt en Bolivianen weinig vertrouwen hebben in het systeem, hebben ze hun eigen spaarsysteem: Pasanaku. Het is een spaarsysteem onder vrienden of familie, waarbij je elke maand inlegt bij een ander persoon. Die persoon heeft dan meteen het volle bedrag tot zijn of haar beschikking. Het inleggen zelf gaat gepaard met eet- en drankgelag. Een manier om sparen leuk te houden, zonder dat je elke week achteraan de rij hoeft te sluiten bij de bank.
Dus, die online wereld waar ik het eerder over had. Die loopt hier dus een stuk achter. Zo is er ook niet echt een Thuisbezorgd equivalent te vinden hier. Het begint nu een beetje op te komen, maar veel bedrijven staan niet geregistreerd, gebruiken geen internet voor de promotie van hun services, laat staan dat ze georganiseerd genoeg zijn om een bezorgservice op poten te zetten. Alleen grote ketens hebben daar de (liquide) middelen voor en die bezorgen alleen waar hier het meeste vraag naar is: gefrituurde kip. De paar restaurantjes met een Europese eigenaar die slim genoeg is om een bezorgdienst te beginnen, staan nog in de kinderschoenen. Daar kwam ik achter toen ik afgelopen week pizza wilde bestellen. Goeie pizza vinden is al een hels karwei, maar bij Da Vinci doen ze het niet verkeerd. Geen website, wel een Facebookpagina. Bedrijven adverteren hier met een WhatsApp nummer. Geen gewoon telefoonnummer, maar iets dat WhatsApp ondersteunt. Okido, proberen we maar. Dus ik een appje gestuurd, met de vraag of er pizza bezorgd kon worden op mijn adres. Er volgde een sessie van een kwartier met vragen als: Wat is je adres? Tussen welke 2 straten is je adres gelegen? Kun je me de locatie sturen? De kosten voor bezorgen waren uiteindelijk Europees geïnspireerd, wat zeer te begrijpen is, aangezien het de persoon achter de WhatsApp zeker een halfuur van zijn of haar leven heeft gekost om te zorgen dat mij een pizza geleverd werd.
De pizza kwam uiteindelijk met een mannetje op een heuse motor, een ontzettend populair vervoermiddel hier. Waarom werd me duidelijk na een gesprekje met een van de docenten van Juntucha. Hij komt altijd met de motor om zijn lessen te geven. Ochtendlessen beginnen ongeveer als ik ook met werk begin. Ik neem 2 trufi’s (of de fiets) naar werk, in stijl: het is een beetje een life goal geworden om te proberen mijn outfit te matchen met het trufi-interieur. Soms sta ik, met enige doodsangst vanwege de hond die daar woont en me elke dag opwacht om in mijn nieuwe leren tasje te bijten, te wachten op mijn 2e trufi als hij langskomt. Dan kan ik meeliften naar boven. Of hij altijd zonder helm rijdt, vroeg ik hem afgelopen week. Alleen als het koud is, was het antwoord. Of als hij in het centrum rijdt. Daar is namelijk veel politie. Laatst was hij aangehouden, omdat hij zonder rijbewijs, zonder helm, door rood reed in het centrum. Maar dat was gelukkig niks dat een belletje naar papa de politieagent niet kon verhelpen. Hij was er met een waarschuwing vanaf gekomen. Ah, dus ongeveer iedereen die hier op motors rijdt, heeft geen rijbewijs? Dat is een hele geruststelling als ik met mijn krakkemikkige racefietsje zonder helm over de Circunvalacion scheur.
Politie is dus iets waar je relatief makkelijk omheen kunt in Bolivia. Als je tenminste met een flink gevulde buidel aan komt zetten (of familie hebt bij de politie). Ik moet zeggen dat ik ze ook niet bijzonder vaak tegenkom, behalve rond het politiebureau. Daar staan ze vaak te oefenen hoe je in een lijn moet staan (don’t ask me). Dat is ook een van de weinige dingen die ik ze bijvoorbeeld heb zien doen tijdens de Juegos SudAmericanos, de soort van Latijnse Olympische Spelen, die dit jaar worden gehouden in Cochabamba. Hoewel Bolivia host land is, doen ze het bepaald niet goed op de Spelen. Blijkt ze eigenlijk nergens echt bijzonder goed in zijn: het nationale hockeyteam is pas 2 maanden geleden leven in geblazen en de roeiteam is opgemaakt uit leden van de marine. Waarvan ik me sowieso afvraag waar die trainen: Bolivia heeft namelijk nauwelijks water. Anyhow! De Cochabambinos hebben het stadion hier nieuw leven ingeblazen, wegen een nieuw laagje asfalt gegeven (en voor weken afgezet) en mensen hebben hun kraampje weer tot de nok toe afgeladen met zoete meuk. De politie komt nauwelijks aan de hele Spelen te pas, zij het voor het regelen van het verkeer. Waar ze ook niet al te best in zijn. Wellicht is dit ook een reden dat het heft in Bolivia vaak in eigen hand wordt genomen als het criminaliteit betreft. Op de lokale markt, waar ik op zaterdag vaak boodschappen doe, wordt duidelijk geadverteerd wat er wordt gedaan met dieven: lynchen die handel! En nog zo gezellig in rijmvorm ook. In La Paz zijn ze iets minder gezellig. Daar hangen ze poppen aan lantaarnpalen ter demonstratie van wat er gebeurd met ‘ladrones’. Echt wel gezellig hier…